Boodschappen doen voor de buurvrouw op leeftijd, de straat schoonhouden, vrijwilligerswerk op school. In het Arnhemse Presikhaaf wonen steeds minder mensen die ‘wat extra’s’ kunnen doen voor de buurt. Woningcorporatie Vivare is bang dat door strenge toewijzingsregels en een terugtredende overheid de draagkracht van de wijk verdwijnt. Terwijl ze samen met gemeente en huurders zoveel in de wijk investeerde. ‘Meer ruimte voor maatwerk is nodig.’
De woonkamer van Nol (70) en Marian (65) staat vol met beeldjes en posters van Laurel en Hardy, in Nederland beter bekend als de Dikke en de Dunne. De verzameling heeft Nol bij elkaar gespaard in de afgelopen 30 jaar dat hij er woont. Hij heeft alle films op dvd én band. Hun huis is heerlijk, zeggen ze. Groene buurt, goede voorzieningen, alles gelijkvloers. Ze willen hier niet meer weg.
Marian woont hier al 40 jaar en heeft de wijk de laatste decennia behoorlijk zien veranderen. ‘Vroeger stonden we elke avond met de moeders op straat bij te praten terwijl de kinderen speelden.’ Ze is lange tijd overblijfmoeder geweest op school en kende zodoende alle kinderen bij naam. ‘Die durfde ik dus gerust aan te spreken als ze wat op straat gooiden. Nu pas ik wel op, want je wilt toch echt geen steen door je ruit.’

Marian (65) en Nol (70) wonen al decennia in Presikhaaf. Marian haalt boodschappen voor een oudere buurvrouw en Nol knipt de heg. Tot voor kort werd grofvuil nog gratis opgehaald, vertelt Marian. ‘Nu moet je er 35 euro per kuub voor betalen. En komend jaar moeten we ook 35 cent betalen voor elke vuilniszak die je weggooit. Wat denk je dat mensen dan gaan doen?’
Dat klinkt hard, maar toch kiest ook mevrouw Keurhorst (82) precies die woorden als ze de cultuur beschrijft. Hun directe buren kennen ze goed en daar kunnen ze altijd aankloppen, maar verder is er weinig onderling contact. ‘Steeds meer buitenlandse mensen wonen in de wijk’, zegt Marian. ‘Dat is absoluut niet erg. Maar zij hebben wel minder behoefte aan samen iets doen.’ Het duurt langer voordat ze mensen die er net zijn komen wonen leert kennen. ‘’s Zomers gaat het beter. Dan komen mensen buiten en maken ze vanzelf een praatje.’ Als Nol bijvoorbeeld de heg aan het bijwerken is. Dat doet hij voor de hele straat, want buurtbewoners bekommeren zich niet meer zoals vroeger om hun stoep of voortuin.
Schoon, heel en veilig
Nol en Marian en mevrouw Keurhorst wonen in sociale huurwoningen in de wijk Presikhaaf. Woningcorporaties Vivare, Volkshuisvesting en Portaal verhuren daar de voornamelijk wat goedkopere huizen met een huurprijs tot ongeveer 600 euro. Hierin komen vooral mensen met de laagste inkomens wonen sinds de regels voor passend toewijzen vorig jaar ingingen. De nieuwe bewoners zijn kwetsbaarder, ziet wijkbeheerder Wim Bastein. En dat baart hem zorgen. ‘Veel alleenstaanden, veel gescheiden moeders met kinderen. Mensen die moeite hebben om rond te komen en sneller in betalingsproblemen komen. Dan heb je, begrijpelijk, wel wat anders aan het hoofd dan het onderhouden van je tuin.’ Er blijven minder mensen over die wat extra’s kunnen doen. Boodschappen voor oudere buren, vrijwilligerswerk op school, de heg knippen. Mensen die bijdragen aan het schoon, heel en veilig houden van de wijk en iets overhebben voor andere bewoners. Vivare noemt deze mensen het ‘cement’ in de wijk.

Mevrouw Keurhorst (82) woont al 55 jaar in Presikhaaf. ‘Ik vind de buurt de laatste jaren heel mooi geworden. Het was echt aan het verloederen.’ Sinds 1,5 jaar heeft ze Turkse buren. ‘Die zeggen altijd: buurvrouw, als er wat is, bellen hè.’ Sinds er bij haar werd ingebroken, komt wijkbeheerder Wim Bastein (links op de foto) wat vaker langs. ‘Ik ben alleen, maar voel me niet eenzaam.’
‘Ik vind dat heel gewoon’, zegt mevrouw Keurhorst over haar inzet voor de buurt. ‘Maar in mijn straat gingen mensen pas weer hun rommel in de prullenbakken gooien toen ze zagen dat ik het anders deed.’ Volgens haar staat of valt de leefbaarheid in een buurt met de mate waarin mensen zich om hun leefomgeving bekommeren. En goed voorbeeld doet volgen. Wijkbeheerder Wim zou graag zien dat de gemeentelijke handhaving strenger optreedt. Wijkagent Jan Visser is het daarmee eens, maar weet ook: ‘Mensen moeten zelf willen.’
Meer aan de hand
De krappere toewijzingsregels voor sociale huurwoningen mogen dan aanleiding zijn voor Vivare om aan de bel te trekken; het is niet dé reden dat de corporatie zich zorgen maakt over de sfeer en over de mensen in Presikhaaf. Het versterkt ontwikkelingen die al langer aan de gang zijn. In 2007 werd de wijk bestempeld tot aandachtswijk. Minister Vogelaar schreef toen over ‘eenzijdige bewoning, gebrekkige inburgering, ontoereikende (jeugd)zorg en het ontbreken van relevante sociale contacten’. Dankzij constante aandacht van gemeente, woningcorporatie en politie ging het de afgelopen jaren steeds beter. ‘Juist doordat het een aandachtswijk is, zijn alle ogen hierop gericht’, vertelt wijkagent Jan. ‘Een wijkteam vanuit de gemeente overlegt frequent met de gemeente, politie, woningcorporaties en welzijnswerkers.’ Problemen worden dus in de regel snel gesignaleerd en gezamenlijk aangepakt. ‘Dat moet ook wel, want anders verzuip je erin.’
(Tekst gaat door na de foto's.)