Volgend artikel
Aedes-Magazine editie 2-2022

Toezicht

‘Niet met vinger wijzen, maar helpende hand bieden’ 

Onderzoek naar de relatie intern en extern toezicht

3 minuten leestijd

De relatie tussen intern en extern onderzoek is onderwerp van wetenschappelijk onderzoek. Hoe kijken RvC-leden naar de relatie met de Autoriteit woningcorporaties, in deze tijd waarin steeds meer van corporaties wordt gevraagd?

Onderzoeker Floor Rink van de Rijksuniversiteit Groningen was soms geraakt door de interviews met toezichthouders en bestuurders van corporaties. De sector staat voor grote maatschappelijke opgaven, van meer bouwen tot duurzaamheid. Maar snelle en makkelijke oplossingen zijn er niet.

Als vervolg op het kwantitatief onderzoek naar de relatie intern en extern toezicht in 2020 presenteerden hoogleraar organisatiegedrag Floor Rink en onderzoeker Dennis Veltrop van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) dit voorjaar de uitkomsten van een verdiepend kwalitatief onderzoek. Centrale vraag: Volstaat het huidige toezicht om de kwaliteit van corporaties te waarborgen of zijn aanpassingen nodig? Rink interviewde 9 bestuurders en 9 toezichthouders.

De ene keuze gaat ten koste van de andere. En dat doet pijn. ‘Ik heb diepgaande en openhartige gesprekken gevoerd, met de nodige emotie. Het gaat om belangrijke onderwerpen, om mensen’, vertelt Rink.

We moeten keuzes maken
Heidi de Bruijn, RvC-voorzitter van Salland Wonen, begrijpt de emotie. Van corporaties wordt veel gevraagd, en niet alles kan. De externe toezichthouder, de Autoriteit woningcorporaties (Aw), voert de druk op om die maatschappelijke opgaven te realiseren, zeker nu de verhuurderheffing met € 500 miljoen is verminderd en vanaf 2023 helemaal wordt afgeschaft.

‘Een constructief gesprek is waardevoller dan een lijstje afvinken’

Toch staat De Bruijn er zelf nuchter in. ‘We willen, en dat geldt voor elke corporatie, niets liever dan meer bouwen en verduurzamen. Maar we zitten in een spagaat. We moeten keuzes maken. Het is zoals het is.’

Meer speelruimte nodig
Over de relatie met de extern toezichthouder is de Bruijn uitgesproken: corporaties zouden meer speelruimte moeten krijgen. ‘Van ons wordt veel verwacht, maar tegelijkertijd liggen we flink aan de ketting. We moeten aan veel eisen voldoen, van de verschillende ratio’s tot verantwoording over de keuze voor niet-DAEB (met name middenhuur en sociale koop). Daarbij moeten we ons uitgebreid verantwoorden en opschrijven waarom we doen wat we doen, om de Aw tegemoet te komen.’

Lees verder onder de illustratie.

Illustratie: Curve

Volgens RvC-voorzitter De Bruijn zou de Aw meer de helpende hand moeten bieden, in plaats van met de vinger te wijzen. ‘Als de Aw op bezoek is, hebben we een prettig gesprek. Komt de rapportage, dan is die oordelend en legt de Aw ons langs de meetlat.’

‘Wie bepaalt er eigenlijk wat goed is of niet goed? Daar kun je het toch samen over hebben? We zijn als intern toezichthouder ook kritisch op onze bestuurder en de organisatie, dat past bij onze rol. We gaan de dialoog aan over hoe we zaken beter kunnen aanpakken om onze visie en missie te bereiken.’

‘Van ons wordt veel verwacht, tegelijkertijd liggen we flink aan de ketting’ 

Wat is er lokaal nodig voor huurders?
Volgens Masi Mohammadi, RvC-lid van Goed Wonen, moet de missie van de corporatie centraal staan in de gesprekken met de Aw. Maar daar ontbreekt het volgens haar aan: de Aw houdt te veel vast aan de afvinklijstjes en kijkt niet naar de lokale situatie van de corporatie: wat is er lokaal nodig voor de huurders? ‘Als de Aw zich daarin vooraf verdiept, kunnen we samen een constructief gesprek voeren. Dat is veel waardevoller dan een lijstje afvinken.’

Uiteindelijk gaat het om mensen, benadrukt Mohammadi. ‘Zoveel professionals in de sector ontvangen een salaris, van bestuurders tot toezichthouders. We zijn er allemaal voor de huurders. Maar doen we het goede? Daarover zou het gesprek met de Aw moeten gaan.’

AANBEVELINGEN UIT ONDERZOEK RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN

Lees de volledige onderzoeksresultaten over de relatie tussen intern en extern toezicht op de website van de VTW.

De aanbevelingen voor de relatie met extern toezicht:
- Heb als RvC een proactieve houding naar de Aw.
- Steun als Aw meer op intern toezicht.

De aanbevelingen voor het intern toezicht zelf:
- Wees in netwerkverbanden vanaf het begin betrokken.
- Deel dilemma’s tussen intern toezicht en bestuur.

‘Wees duidelijk, zeg waar het op staat’
Mohammadi heeft ook een uitgesproken mening over de relatie tussen het intern toezicht en het bestuur. De vorm gaat vaak ten koste van de inhoud, stelt zij. ‘De inhoud is dat we er zijn voor onze huurders. Dát is ons werk. Als RvC mag je de bestuurder daar op bevragen. Ik merk dat sommige toezichthouders ertoe neigen de relatie met het bestuur boven de inhoud te stellen. Dat ze hun boodschap dusdanig verpakken dat het advies niet meer te begrijpen is. Wees duidelijk: zeg waar het op staat.’

Mohammadi, in het dagelijks leven hoogleraar aan de TU/e, onderschrijft de aanbevelingen van de onderzoekers, maar ze vindt dat naar dit thema vervolgonderzoek nodig is. ‘Het is van belang dat de VTW dit verder laat onderzoeken, zodat we als toezichthouders meer bewust zijn van onze rol. Ik ben benieuwd naar het vervolg.’

tekst: Lisette Vos, illustratie: Curve