Volgend artikel
Aedes-Magazine editie 2-2022

Achtergrond

‘DE GEVOLGEN VAN DE VERGRIJZING ONDERSCHATTEN WE’

Taskforce Wonen en Zorg

5 minuten leestijd

Er ligt een enorme woonzorgopgave voor de explosief groeiende groep ouderen. Wat betekent het voor de leefbaarheid in buurten en dorpen als zij niet meer voor zichzelf, hun huis en hun omgeving kunnen zorgen? Hoe gaan wij het gat tussen zelfstandig wonen en het verpleeghuis overbruggen? De Taskforce Wonen en Zorg ondersteunt corporaties, zorgorganisaties en gemeenten bij deze taak.

‘We onderschatten met zijn allen de gevolgen van de vergrijzing, zegt Ronald Leushuis, ambassadeur van de Taskforce en in het dagelijks leven bestuurder van woningcorporatie Talis in Nijmegen. ‘We lopen nog achter de feiten aan’, erkent Paul van Gennip, bestuurder van zorgorganisatie Het Parkhuis in Dordrecht en ook ambassadeur van de Taskforce.

Eenzaam in hun eigenhuis
Wat zijn die feiten? Over 20 jaar zijn er in Nederland zo’n 2,5 miljoen 75-plussers: 2 keer zoveel als nu. Die ouderen bereiken bovendien een steeds hogere leeftijd met een explosieve groei van 80- en 90-jarigen. Ook het aantal mensen met dementie neemt flink toe. Ondertussen komen er in verpleeghuizen waarschijnlijk niet veel plaatsen bij en neemt de beschikbaarheid van zorgpersoneel en mantelzorgers fors af.

In het Aedes-datacentrum vindt u meer cijfers over de woonsituatie van ouderen. Ga naar het datacentrum dashboard vergrijzing.

Als we dit niet goed aanpakken, zullen steeds meer ouderen met steeds complexere gezondheidsproblemen eenzaam in hun eigen huis wonen totdat het echt niet meer gaat, voorspellen beide bestuurders. Dat is niet alleen schrijnend voor de ouderen zelf; je kunt je ook voorstellen dat het van invloed is op de leefbaarheid van de wijken waarin zij wonen, als zij niet meer voor zichzelf, hun huis en hun woonomgeving kunnen zorgen.

Recht op een verhoogd toilet?
Die demografische ontwikkelingen konden we zien aankomen. We praten niet voor niets al minstens 20 jaar over mogelijkheden om het langer zelfstandig wonen van ouderen te ondersteunen. Bijvoorbeeld door het inrichten van woonzorgzones. Toch zijn we als samenleving nog niet in staat om de groeiende groep ouderen een geschikt huis en de benodigde zorg te bieden.

Hoe komt dat? Volgens Van Gennip en Leushuis komt dat door hoe we onze verzorgingsstaat de laatste decennia hebben ingericht: alles wat met ouder worden te maken heeft, is ondergebracht in het professionele domein. ‘We vinden dat we recht hebben op een verhoogd toilet en een rollator als we ouder worden’, zegt de corporatiebestuurder. ‘Terwijl we de gemeente toch ook niet vragen om vergoeding van een traphekje of kinderwagen als we kinderen krijgen.’ Van Gennip: ‘Zelfs het aandoen van steunkousen zijn we zorg gaan noemen.’

Andere manier van denken nodig
Dat is niet meer houdbaar, zeggen beiden. Leushuis: ‘Straks kun je als oudere niet meer bij instanties aankloppen alleen omdat je “ergens recht op hebt”. Daarvoor ontbreekt het geld en het personeel.’

Waaraan moet een ideale woning voor ouderen voldoen? Beluister de podcast Nooit meer uit huis waarin presentator Quintin Wierenga over dit onderwerp praat met Marien de Langen, directeur van corporatie Stadgenoot en met Yvonne Witter, sociaal gerontoloog, gespecialiseerd in de sociale aspecten van veroudering.

‘We zullen er met zijn allen aan moeten wennen dat niet meer alles voor ons geregeld wordt. Dat vraagt om een andere manier van denken. Om een omslag van een individuele naar een meer collectieve benadering, waarin we ons gezamenlijk verantwoordelijk voelen voor ouderen en meer naar elkaar omkijken.’

Wethouder voor wonen èn zorg
Een collectieve benadering vraagt om sectoroverstijgend werken. ‘Als zorgorganisatie, corporatie of gemeente moeten we ons niet langer afvragen of iets wel mag’, zegt Karin Schrederhof, ambassadeur van de Taskforce en wethouder Wonen, Wmo en sport in Delft. Die sectoroverstijgende samenwerking begint al op het gemeentehuis. Zorg dat de afdeling wonen en de afdeling sociaal domein elkaar goed kennen.

In Delft is dat al geregeld, zegt Schrederhof. ‘Maar elders komt het niet zo vaak voor dat een wethouder zowel Wonen als de Wmo in de portefeuille heeft.’ Wat ook helpt is dat de Woonzorgvisie in Delft al klaar is – gezamenlijk door de gemeente, de Delftse woningcorporaties en de zorgpartners opgesteld – en wordt uitgevoerd door een eveneens gezamenlijk gefinancierde programmamanager. Die signaleert bijvoorbeeld het probleem van de schotten in de financiering. Zoals bij het realiseren van geclusterde woonvormen voor ouderen.

Lees door onder de illustratie.

Illustratie: Aad Goudappel

Minder verpleeghuiszorg is duurder voor gemeente
In de Actieagenda Wonen heeft Aedes met de samenwerkende partners afgesproken dat de sociale huursector de komende 15 jaar 50.000 geclusterde woonvormen voor ouderen realiseert. Voorzien van een gezamenlijke ontmoetingsruimte die ook een functie voor de wijk kan vervullen.

Schrederhof: ‘Met deze woonvormen kunnen we opname in een verpleeghuis, de duurste vorm van zorg, voorkomen of uitstellen. Het schrijnende is dat de gemeente hierdoor duurder uit is doordat daarmee het beroep op de Wmo groter wordt. Samen met het zorgkantoor DSW onderzoeken we in Delft of de toekomstige besparingen op het budget van de Wet langdurige zorg, waaronder verpleeghuiszorg, in te zetten zijn voor bijvoorbeeld de gemeenschappelijke ruimten in dit soort nieuwe woonvormen. Als regels ons belemmeren, moeten we daar samen iets aan doen.’

Nieuwe concepten met vrijwilligerswerk
Ook zorgorganisatie Het Parkhuis van Paul van Gennip kijkt over de grenzen van de eigen organisatie. Hij vertelt hoe Het Parkhuis samen met corporatie Trivire ‘een gezamenlijk avontuur’ aangaat.

‘Samen ontwikkelen we een appartementencomplex waarin wij de verpleeghuiszorg bieden. In hetzelfde complex kunnen mensen die geen zorg nodig hebben een appartement huren, bijvoorbeeld studenten of starters op de woningmarkt. Het idee is dat die groep een aantal uren per week vrijwilligerswerk doet voor de oudere bewoners.’

Praktijkvoorbeeld woonzorggebouw Aaron in Nijmegen

In het woonzorggebouw Aaron van Talis zijn 45 appartementen bestemd voor 60-plussers. Naast hun zelfstandige appartement hebben ze ook de beschikking over een grote gezamenlijke huiskamer en een tuin.

Daarnaast zijn er 36 kleinere appartementen voor ouderen die zorg en ondersteuning krijgen van de ZZG-zorggroep en wonen er 10 jongvolwassenen met een beperking in de Woongroep Majstro. Het is de bedoeling dat alle bewoners naar elkaar omkijken. Hoe? Dat bepalen ze zelf.

Lees op Aedes.nl meer over dit praktijkvoorbeeld van sector overstijgend samenwerken .

Volgens Van Gennip ligt de oplossing van het woonzorgvraagstuk voor ouderen deels in dit soort nieuwe concepten. Zo is minder personeel nodig, kan de eenzaamheid bij ouderen verminderen en worden wijken weer diverser.

Leushuis geeft een voorbeeld uit Nijmegen. Hier heeft Talis in april het woonzorggebouw Aaron opgeleverd (zie kader hierboven). Een samenwerkingsproject met een zorggroep. Hier wonen vitale ouderen samen met ouderen die zorg nodig hebben en jongvolwassenen met een beperking. Ook dit is bedoeld als een gemeenschap waarin de bewoners naar elkaar omkijken.

Bredere bewustwording over woonzorgopgave
Er zijn talloze voorbeelden zoals deze. ‘Op die manier kunnen we denken en doen met elkaar combineren’, zegt Leushuis. ‘De noodzakelijke maatschappelijke verandering krijgen we niet voor elkaar met enkel projecten en pilots.’

‘Als er geen brede bewustwording komt over de urgentie van de woonzorgopgave voor ouderen blijven dit druppels op een gloeiende plaat. Bestuurders en uitvoerenden van corporaties, zorgorganisaties en gemeenten moeten samen kijken hoe we projecten kunnen opschalen.’

Daarbij gaat het over meer dan nieuwbouw. Het gaat ook over woningaanpassingen, over sociale samenhang en het realiseren van vitale en inclusieve wijken. Zo heeft Talis 3 grote eengezinswoningen elk van 2 badkamers voorzien.

‘Met een relatief kleine investering kan er nu bijvoorbeeld een oudere bij een ander inwonen. Vanuit het idee dat mensen die in hetzelfde huis wonen meer voor elkaar doen, waardoor er minder professionele zorg nodig is. Of dit ook echt werkt, zal over een aantal jaar blijken. Maar we moeten ons zelf de ruimte geven om dat uit te zoeken. Daarom beginnen we klein. Komend jaar doen we dit met 15 andere woningen. Later kunnen we altijd nog opschalen.’

Meer lezen over dit thema?

- Praktijkvoorbeelden ouderenhuisvesting op Aedes.nl.
- De ervaring van een ouder echtpaar in een complex van Mooiland in 
Siebengewald in Boxmeer op Wonendoenwesamen.nl.

- Inspiratie voor woonvormen voor ouderen op Aedes.nl.

- Interview met hoogleraar Masi Mohammadi over bouwen voor ouderen in Aedes-Magazine.

- De website van de Taskforce Wonen en Zorg.

tekst: Marjon van Weersch