Het tempo van de bouw van nieuwe woningen is te laag om aan de grote vraag naar betaalbare huizen te voldoen. Het is tijd om anders te gaan bouwen. Op verschillende plekken zijn corporaties daar al mee aan de slag. We nemen een kijkje in het westen en in het zuiden. Een andere manier van werken blijkt niet in één dag te realiseren.
Corporaties verkennen mogelijkheden om anders te bouwen. Niet meer traditioneel op de bouwplaats, maar bijvoorbeeld in een fabriekshal. Niet meer ieder voor zich nieuwbouwprojecten ontwikkelen, maar met andere corporaties bestaande woningconcepten collectief inkopen bij dezelfde bouwers. Zo hopen ze nieuwbouw sneller, innovatiever en goedkoper te realiseren. De grote vraag naar betaalbare woningen maakt dit extra urgent.
‘We zijn wel gek als we dit niet onderzoeken’, zegt Fleur Meuwissen, manager Nieuwbouw, Aankoop en Verkoop Vastgoed bij Wonen Zuid (14.000 woningen in Midden- en Zuid-Limburg). De corporatie verkent samen met enkele andere Limburgse corporaties de mogelijkheden van een gezamenlijke bouwstroom.
‘Conceptueel bouwen was voor ons iets onbekends, iedereen moest er nog gevoel bij krijgen’
Dat gebeurt ook in Noord-Holland. Op initiatief van directeur-bestuurder Harry Platte van Parteon (ruim 18.000 woningen in de Zaanstreek) maakt een groep van inmiddels acht corporaties plannen voor de Bouwstroom Noord-Holland. In deze bouwstromen brengen corporaties conceptueel bouwen samen met collectief opdrachtgeverschap. Hoe pakken ze dat aan? Waar beginnen ze mee? En komen de verwachtingen uit?
In de fabriek
Binnenkort heeft de gemeente Wormerland er 44 nieuwe woningen bij. Energieneutraal en gemaakt in de fabriek. Het zijn de eerste conceptwoningen die Parteon oplevert. In de corporatie was aanvankelijk niet veel enthousiasme voor conceptueel bouwen, zegt directeur-bestuurder Platte. ‘Moeten we dat wel doen? Daar hebben we toch geen ervaring mee’, waren de reacties. ‘Het was voor ons iets onbekends, iedereen moest er nog gevoel bij krijgen.’
Hij heeft daarom extra energie en tijd gestoken in deze nieuwe manier van bouwen. Door bijvoorbeeld met corporatiemedewerkers en de wethouder te gaan kijken op bouwlocaties van soortgelijke woningen.
Organisatieverandering nodig
Het nieuwe van conceptueel bouwen, zit vooral in het proces, merkt Platte. Corporaties zijn gewend om nieuwbouwprojecten zelf te ontwikkelen. ‘We maken voor ieder project meestal een uniek ontwerp. Dat beschrijven we in gedetailleerde bestektekeningen, inclusief toe te passen materialen en werkwijze. We praten met architecten en leggen aannemers onze specifieke eisen op. Dat is een ambachtelijk traject.’
‘Als je dat het leukste aan je werk vindt, word je niet meteen blij van het inkopen van bestaande woningconcepten. Dat snap ik best.’ Daar zit volgens Platte ook deels de weerstand tegen conceptueel bouwen. Het vraagt een organisatieverandering van corporaties.

Voorbij Prefab in Amsterdam
De foto’s bij dit artikel zijn gemaakt in de fabriek van Voorbij Prefab in Amsterdam. Ze maken onder andere prefab casco’s voor grondgebondenwoningen. Dat gebeurt tot op de millimeter nauwkeurig en strak afgewerkt dankzij de aansturing van robots vanuit het BIM model (Bouw Informatie Model).
Directeur Dorien Staal: ‘Wij zijn vaak al in een vroeg stadium betrokken bij projecten zodat we de voordelen van ons geautomatiseerde en gerobotiseerde productieproces goed kunnen benutten. Ook delen we graag onze BIM-kennis en -ervaring om het voortraject voor ons èn de opdrachtgever efficiënter te maken.’
Bundelen projectvraag
Waar zit de winst van conceptueel bouwen? ‘Onder meer in de hogere kwaliteit, zegt Platte. ‘De wanden van die 44 woningen in Wormerland komen kierdicht uit de fabriek. Het maakproces is slimmer dan op locatie. Daar komt eerst iemand betonstorten, iemand anders metselt de muur, weer een ander plaatst de kozijnen, dan komt het glas. In weer en wind. Soms zitten er weken tussen die handelingen. De foutenkans is bij traditionele bouw gewoon groter.’
Conceptueel bouwen is bovendien sneller en Platte is ervan overtuigd: ook goedkoper. Dat hoorde hij ook in de oriënterende gesprekken met fabrikanten en bouwers van conceptwoningen. ‘Maar de voordelen nemen pas echt flink toe als aanbieders een constante stroom opdrachten krijgen. Dan blijven de machines in de fabrieken draaien en kunnen fabrikanten met bouwbedrijven hun planning op elkaar afstemmen.’
Zo’n continue stroom kan Parteon nooit alleen realiseren, wist Platte. Daar is de corporatie te klein voor. Het lukt misschien wel, als we met meer corporaties onze projectvragen kunnen bundelen. Hij ging praten met bestuurders van corporaties met wie Parteon al samen zonnepanelen inkoopt. ‘Laat ik hun eens polsen, dacht ik. We liggen elkaar en werken al goed samen.’ Acht collega-bestuurders voelden er wel wat voor om te onderzoeken of ze ook in nieuwbouw samen kunnen optrekken. Zo ontstond de bouwstroom Noord-Holland.