Volgend artikel
Aedes-Magazine editie 05-2017

Goedemorgen

JEROEN DE LEEUW

Commissaris bij Bo-Ex, BrabantWonen en KleurrijkWonen

3 minuten leestijd

Erop toezien dat de woningcorporatie een goede koers vaart en het bedrijf gezond houdt. Daar is de commissaris verantwoordelijk voor. Deze keer drinken we koffie met commissaris Jeroen de Leeuw in Vessem. ‘Eigenlijk probeer ik mezelf als commissaris eruit te werken.’

‘We mogen als commissarissen best vaker vertellen wat we doen, hoe we dat doen en waarom we dat doen’, zeg Jeroen de Leeuw als een van de eerste dingen als we aan tafel zitten met een kop koffie. De kippen heeft hij net gevoerd.
De Leeuw zit in de raad van commissarissen (RvC) bij drie woningcorporaties. Openheid geven over dat werk ziet hij als een manier om het toezicht te verbeteren en te vernieuwen en om jongeren ervoor te interesseren.

Leeftijd
Representativiteit van een RvC gaat niet alleen over de man-vrouwverhouding, afkomst en expertise, vindt De Leeuw. Het gaat juist ook over leeftijd. ‘Voor de frisse blik. Eigenlijk probeer ik mezelf als commissaris eruit te werken’, zegt hij lachend. Daarom traint en coacht hij aspirant-commissarissen. ‘Geweldig zou het zijn om jongeren voor een jaar als extern lid toe te voegen aan een RvC. Daar kunnen we over en weer zoveel van leren. Los van alle praktische bezwaren en of het wel mag.’

Voor de zichtbaarheid van het commissariaatswerk heeft De Leeuw ook goede ervaringen met vergaderen op locatie in een buurthuis. In Utrecht deed hij dat een keer op een dag dat vrijwilligers uit de buurt ’s avonds voor elkaar koken. ‘Na de vergadering hebben we meegegeten. Van een van de vrijwilligers kreeg ik terug: “Je kunt best wel lachen met die mensen.” Een RvC is niet iets op een voetstuk waar je voorzichtig omheen moet lopen. Met zoiets versterk je je aanspreekbaarheid.’ Dit soort dingen moet je gewoon doen als RvC, vindt De Leeuw. Zonder het zweverig of soft te maken, want je moet ook scherp toezicht blijven houden.

Actief en aanspreekbaar
Een RvC moet een organisatie spiegelen: doen ze waar ze voor staan? Maar ook: doen ze niet te weinig? Zoeken ze wel voldoende de grenzen op? De wetgever heeft de maatschappelijke rol van corporaties sterk ingeperkt. Maar dat ontslaat ze dan niet van de plicht tot het uiterste van de mogelijkheden te gaan, zegt De Leeuw. Met de gemeente, de zorg en de huurders zijn daarbinnen nog veel mooie dingen te ontwikkelen.
Om er als commissaris zicht op te hebben of grenzen genoeg gezocht worden en daarin te stimuleren moet je weten wat er speelt, contact hebben met het werkveld van de corporatie. Daar zit een spanningsveld. ‘Rondlopen is voor commissarissen nog altijd een beetje taboe.’ Hoeveel contact mag je hebben met de organisatie? Op werkbezoek in wijken? Loop je daar de bestuurder niet mee voor de voeten? Daarin moet een commissaris zelf ook grenzen blijven opzoeken, zonder er overheen te gaan.

Vanmiddag gaat een RvC-vergadering over een investeringsvoorstel voor de renovatie van een flat, vertelt De Leeuw. ‘Daar zijn we afgelopen zomer op werkbezoek geweest. Een beeld hebben van dat flatgebouw en de mensen die er wonen maakt het makkelijker om er iets van te vinden. Maar als een huurder je vertelt dat de stadsverwarming niet werkt, dan moet je niet zeggen dat je dat wel even gaat regelen.’

Dat vindt De Leeuw als commissaris het allermoeilijkst: actief en aanspreekbaar zijn en toch niet op de stoel van de bestuurder gaan zitten. ‘Ik zie daar ook veel collega’s tegenaan hikken.’ Een commissaris hoort en ziet dingen, koppelt terug, geeft advies aan de organisatie. Daarna moet hij of zij altijd bereid zijn om beleid goed te keuren waarin dat advies, met goede redenen omkleed, niet is opgevolgd. ‘Als persoon moet je dan in de coulissen staan en durven jezelf niet te serieus te nemen.’

Foto: Vincent van den Hoogen

JEROEN DE LEEUW (57)

COMMISSARIS BIJ: Bo-Ex in Utrecht (RvC: 3 mannen, 2 vrouwen), BrabantWonen in Oss en ’s-Hertogenbosch (3 mannen, 2 vrouwen) en KleurrijkWonen in Tiel (4 mannen, 1 vrouw).

WERK: Zelfstandig organisatieadviseur in profit en non-profitsector, coach en trainer in het lesprogramma Governance by Meaning.

STUDIE: Ontwikkelingseconomie Erasmus Universiteit en MBA Rotterdam School of Management

WOONT IN: Vessem

REIST: Per motor; ‘dat geeft me energie terwijl autorijden me energie kost’

TEKST: MARGRIET PFLUG, FOTO’S: VINCENT VAN DEN HOOGEN