Aedes-Magazine editie 05-2017

Huisvesters van het volk

Jan Wils

2 minuten leestijd

Tekenen kan hij goed. Dat valt al op als Jan Wils (1891-1972) nog op de lagere school zit en zijn vrije tijd doorbrengt in de aannemerswerkplaats van zijn vader in Alkmaar. Die praktische kennis komt Wils goed van pas als hij aan de slag gaat als architect. Hij is vooral bekend als ontwerper van het Olympisch Stadion in Amsterdam. Maar hij heeft zich ook veel beziggehouden met (sociale) woningbouw. Door te ontwerpen, te bouwen én door artikelen te schrijven en lezingen te geven. In 1919 verklaart hij zichzelf ‘communist in hart en nieren’: met net weer vrede in Europa kijken veel architecten reikhalzend naar de veelbelovende communistische omwenteling in de Sovjet Unie. Eindelijk krijgt ‘de massa’ het voor het zeggen, is de gedachte. Desondanks haalt Wils ‒ als een van de eerste Nederlandse architecten ‒ zijn ontwerpinspiratie juist uit Amerika. Als groot fan van architect Frank Lloyd Wright wordt Wils gekscherend ook wel Frank Lloyd Wils genoemd.

Wils zoekt naar manieren om in hoge dichtheid toch woonruimte met veel licht en lucht te creëren. Hij wil betaalbare huizen bouwen voor gewone mensen. Goed, eenvoudig en eerlijk, zonder tierlantijnen, dat is wat hij nastreeft. Dat laat hij zien in zijn ontwerp voor de 128 middenstandswoningen in opdracht van de Coöperatieve Woningvereeniging Tuinstadswijk Daal en Berg, beter bekend als de Papaverhof in Den Haag. In 1921 is er voor middeninkomens een groot woningtekort en is er ook voor die doelgroep Woningwetsubsidie beschikbaar.

Tegenwoordig is de Papaverhof Rijksmonument en deels nog in beheer bij de opdrachtgevende vereniging. Om een restauratie te kunnen betalen is een deel van de woningen in 2006 verkocht aan huurders.

Meer over de geschiedenis van sociale woningbouw in de Canon Volkshuisvesting.

tekst: margriet pflug, foto: phil nijhuis